Twitter Facebook Linkedin
20 november 2017  -  BLOG

Weet wat je voert!

“Weet wat je eet!”, is een alom bekende uitdrukking. Deze draai ik graag om naar: “Weet wat je voert!” Als nutritionist wil ik met ons voer een voorspelbaar resultaat kunnen leveren. Naast de voersamenstelling is het van belang dat je als varkenshouder weet hoeveel je voert. Wat zijn de voerschema’s en staan deze goed in de voercomputer? Worden ventiellijsten goed bijgehouden en staan de dosators goed bijgesteld? Kortom: komt er in de bak, wat we samen bedacht hebben?

Berekend > gevoerd > opgenomen > verteerd

In feite kun je spreken over meerdere voersamenstellingen: berekend, gevoerd, opgenomen en verteerd! Dat laatste brengt me bij het voerinhoudelijke. Weet je welke grondstoffen er gevoerd worden, wat zijn de kenmerken van deze grondstoffen en wat kan een varken daarmee? Ik ben blij dat wij als Fransen Gerrits sterk de nadruk leggen op constante intensieve ingangscontrole op kwaliteit van de ingenomen grondstoffen. Naast de standaard nutriënten (RE, RC, etc.) beoordelen we de grondstoffen sterk op hectolitergewicht, (vrij-) vochtgehalte en mycotoxinen. Daardoor weten we wat er daadwerkelijk in onze grondstoffen zit en wat de specifieke kenmerken zijn. Het geeft ons de mogelijkheid om preciezer te sturen.  

Schonen van granen

Met het schonen van granen gaan we van goede- naar nog betere kwaliteit. Het schonen gebeurt in 3 stappen; namelijk zuiver blazen, grof zeven en fijn zeven. Per partij wordt er ca. 1-3% afgezeefd; voornamelijk kaf/vliesjes, onkruidzaden, stro en zand/stof. Voor het geschoonde deel geeft het een verhoging van concentratie, een reductie van ruwe celstof, anorganische stof (as) en mycotoxinen. Dit zorgt voor minder belasting en daarmee een makkelijkere vertering bij hoogproductieve en jonge dieren. Ik geloof ontzettend in de toegevoegde waarde hiervan. Voor biggen op darmgezondheid, voerconversie en groei; voor lacterende zeugen op vlotte transitie, vitale biggen en goede melkproductie en voor opfokgelten voor een goede ontwikkeling, het beter in conditie komen en een hoger percentage levend geboren bij de 1e worp.

Voorspelbaar resultaat

Om terug te komen op “weet wat je voert”; hiermee kunnen we door meer en meer te sturen op hogere kwaliteit van grondstoffen (de basis), per specifieke diergroep beter op de behoeftes inspelen. Als op bedrijfsniveau vervolgens goed inzichtelijk is wat er daadwerkelijk gevoerd wordt en hoeveel daarvan per dier wordt opgenomen, dan zijn we in staat om een goed en voorspelbaar resultaat te realiseren. Dan rest mij alleen nog de vraag: weet jij wat je voert?

Jan van Haperen - Hoofd Nutritie